Boekbespreking: Klein Geld - Hoe vijftig dollar de wereld verandert - Jurriaan Kamp

Door John Been op 18-7-2014

Klein Geld van Jurriaan Kamp is onze eerste boekbespreking. Juriaan Kamp, medeoprichter van het opinietijdschrift Ode (sinds 2013 The Optimist), reisde voor Klein Geld af naar Kenia, Oeganda, Bolivia en India. Daar sprak hij met diverse betrokkenen in de microkredietenketen, waaronder kredietnemer en kredietverschaffer. Vele mooie, maar ook vaak confronterende voorbeelden geven vorm aan dit beknopte en zeer toegankelijke boekje en zetten je als lezer met beide benen op de grond. Klein Geld probeert antwoorden te geven vanuit inzichten in de wereld van microkrediet. Aan de hand van verschillende meningen, zowel van hooggeplaatste financiële experts, veldwerkers en leners, worden zienswijzen geschetst ten aanzien van belangrijke vraagstukken.

Het woord krediet is afgeleid van het Latijnse woord credere, wat zoiets betekent als geloven of vertrouwen. Dat is nu juist wat banken niet doen. Zij vertrouwen er niet op dat hun leners het geleende geld terugbetalen. Daarom eisen formele financiële instellingen onderpand. Je mag geld lenen, mits je iets aanbiedt waarmee de bank - in een noodgeval - haar geld terug kan krijgen. Er wordt weleens gekscherend gezegd dat je bij een bank alleen een lening krijgt als je aan kan tonen dat je het geld eigenlijk niet nodig hebt. Maar arme mensen hebben geen bezittingen die zij als onderpand kunnen aanbieden. Dus hoe los je dat op?


Klein Geld van Jurriaan Kamp is onze eerste boekbespreking. Naast onze eigen onderzoekjes, achtergrondartikelen, veldverslagen en lenerservaringen, willen we vanaf nu ook met jou delen wat er zoal geschreven wordt over microkrediet en je aan de hand van deze besprekingen verleiden om jouw kennis te verbreden of te verdiepen over dit belangrijke onderwerp.

Dat mensen in ontwikkelingslanden hulp nodig hebben, dat is nog steeds maar al te goed duidelijk. Maar in welke vorm dat zou moeten zijn, daar wordt nog dagelijks veelvuldig en intens over gediscussieerd. De analogie van het geven van de vis of de hengel, oftewel geef je korte termijn primaire hulp of draag je structureel zorg dat mensen zichzelf kunnen helpen? Maar voordat we zelfs maar aan deze discussie kunnen beginnen, is waarschijnlijk een veel belangrijkere vraag hoe je ervoor zorgt dat de huidige ontwikkelingshulp voorbij de rijkste tien procent van de bevolking komt. De verschillen tussen rijk en arm zijn alleen maar groter geworden. De jaarlijkse ontwikkelingsmiljarden slagen er niet in de steeds wijder wordende kloof te overbruggen, o.a. omdat deze hulp vaak gebonden is. Het arme land mag de donatie besteden aan goederen en diensten die moeten worden afgenomen in het donorland. Op het vliegveld van Colombo in Sri Lanka rijden prachtige bussen van Mercedes. Die hulp levert geen enkele Srilankaan extra werk en Sri Lanka geen productie en dus geen betere toekomst op. De toerist wordt alleen in een fijn gekoelde bus vervoerd.

De schrijver
Jurriaan Kamp, medeoprichter van het opinietijdschrift Ode (sinds 2013 The Optimist), reisde voor Klein Geld af naar Kenia, Oeganda, Bolivia en India. Daar sprak hij met diverse betrokkenen in de microkredietenketen, waaronder kredietnemer en kredietverschaffer. Vele mooie, maar ook vaak confronterende voorbeelden geven vorm aan dit beknopte en zeer toegankelijke boekje en zetten je als lezer met beide benen op de grond.

Op zoek naar antwoorden
Klein Geld probeert antwoorden te geven vanuit inzichten in de wereld van microkrediet. Aan de hand van verschillende meningen, zowel van hooggeplaatste financiële experts, veldwerkers en leners, worden zienswijzen geschetst ten aanzien van belangrijke vraagstukken.

Zo wordt er geschetst wat het effect is geweest van ontwikkelingshulp in Bolivia. Omdat de Verenigde Staten in de jaren tachtig hun tarwe overschotten gratis aan Bolivia ter beschikking stelden, produceren de boeren nu zelf geen tarwe meer. Het heeft veel Bolivianen juist tot de bedelstaf gebracht, aangezien zij tegen die gratis tarwe niet konden concurreren. Vanuit deze wanhoop besloten vele boeren op hun opeens waardeloze stuk grond Coca te verbouwen en we weten allemaal tot wat voor problemen dat heeft geleid die we nu met man en macht proberen te bestrijden.

Een belangrijk thema in Klein Geld is het verschil tussen formele en informele economieën. Voor vele miljoenen mensen is het de informele economie die telt. Het is een economie die niet wordt meegeteld in statistieken en die officieel gezien geen banen schept. Maar het is de informele economie die juist bruist. De creativiteit en inventiviteit van de armsten kent geen grenzen. Delhi is een vervuilde stad, maar afval vindt je er niet. Elk papiertje, blikje of plastic wordt verzameld en vindt een bestemming, omdat iedereen weet dat er een ander is waarvoor het mogelijk van waarde is. Of heb je weleens van de mobiele telefooncel gehoord? Vele vrouwen in La Paz hebben hierin een gat in de markt gevonden.

Sociaal onderpand
Miljoenen armen hebben de meest fantastische ideeën en maken van wat er voor hen beschikbaar is, zoals afval, schroot en drijfhout, de meest inventieve producten. Al die activiteiten spelen zich af in microbedrijfjes, die heel graag willen, maar ook de potentie hebben om te groeien. Maar formele banken zijn niet in hen geïnteresseerd. Ze hebben immers geen onderpand, laat staan een adres.

Een oplossing kwam in de vorm van sociaal onderpand, waarbij de sociale omgeving, zoals een leengroep, garant staat voor de terugbetalingen van de leningen van de individuele leden. Binnen een groep motiveert men elkaar en voelt men de verantwoordelijkheid naar elkaar om de lening op tijd terug te betalen. Oftewel de pure betekenis van het woord krediet. En dat sociaal onderpand inderdaad goed werkt blijkt o.a. uit de terugbetalingsratio zoals wij dat binnen Wakibi dagelijks ervaren en tevens op onze website continu zichtbaar is. Vanaf de start van Wakibi is deze terugbetalingsratio, oftewel de verhouding tussen wel en niet terugbetaalde leningen, nooit onder de 98% gedaald. De formele banken zouden daar een moord voor doen.

Waarom?
Waarom is het flink hoge rentepercentage dat arme kredietnemers moeten betalen als kostprijs voor hun lening te verantwoorden en wordt het ook naar eigen zeggen niet als probleem ervaren? Waarom is het goed dat de lokale MFI's winst mogen maken? Waarom zijn groepsregels van belang voor het mogelijk maken van leningen aan de allerarmsten? Wat is het belang van karakteronderzoek? Hoe belangrijk is diversificatie van projectinitiatieven bij leners? Waarom is elkaars klant worden effectiever dan elkaars concurrent? Waarom speelt de vrouw zo'n belangrijke rol in het succesvol maken van microfinanciering? En waarom werkt het bieden van hulp gestoeld op een westers wereldbeeld echte vooruitgang tegen? Waarom is sparen zo'n belangrijk component van microfinanciering? En waarom is documentatie van bezittingen, of juiste het gebrek daaraan, misschien wel de belangrijkste factor om het verschil tussen arm en rijk te verklaren? Het zijn dit soort en vele andere vragen waarop dit beknopte boekje op een heldere en toegankelijke wijze de lezer helpt een helder beeld en een eigen mening te vormen.

Maar het alomvattende vraagstuk blijft: geef je de vis, of geef je de hengel zodat men zelf kan vissen en uiteindelijk zelf een betere hengel kan kopen? Het meest verwoestende effect van verkeerde ontwikkelingshulp is namelijk dat arme mensen de vaardigheden verliezen om zichzelf te helpen. En dat is wat naar onze mening de positie van microkrediet zo enorm belangrijk maakt, het vermogen om armen vanuit hun eigen kracht zelfstandig te maken, oftewel Empowerment.


Er zitten meer boekbesprekingen in de pijplijn, maar misschien heb je zelf al eens iets over het onderwerp gelezen en denk je dat het een kandidaat kan zijn voor deze nieuwe rubriek. Dan horen we dat graag via support@wakibi.nl.


Klein Geld / Hoe vijftig dollar de wereld verandert; Jurriaan Kamp; 2002; Lemniscaat; ISBN 90 5637 467 2