Laat mensen bouwen aan hun eigen bestaan

Door Redactie Wakibi op 7-6-2016

Impact van microkrediet

Waarom microkredieten

“ ‘Wat gebeurt er met een microkrediet?’ is een belangrijke vraag”. Lees hier interview met Gert van Dijk, professor microfinanciering in ontwikkelingslanden aan Universiteit Nyenrode.  

“ ‘Wat gebeurt er met een microkrediet?’ is een belangrijke vraag”

Er is kritiek op microfinanciering. Zo zou het bijvoorbeeld te weinig werk scheppen en wordt microkrediet aan leden van de bevolking gegeven die niet arm zijn.

Wat klopt er eigenlijk van de kritiek op microfinanciering? En wanneer sluit een microkrediet het beste aan bij de behoeften van een individue of de gemeenschap? Een interview met Gert van Dijk, professor microfinanciering in ontwikkelingslanden aan Universiteit Nyenrode, door Martijn Schenk.


Wanneer werkt microkrediet wel?
“Microkrediet werkt het beste als er al kleine transacties plaatsvinden tussen mensen. Je kunt het niet zien zoals wij een krediet aanvragen voor bijvoorbeeld de koop van een huis. Wij weten dat we een inkomen hebben om een rente over dit bedrag te betalen en nemen daarom de zwaardere lasten op de koop toe.
“Een microkrediet wordt verstrekt aan iemand zonder dat er een basis is van bijvoorbeeld een onderpand in de vorm van een huis. Dus iemand heeft nog geen baan of heeft nog geen huis waar hij of zij een hypotheek op kan nemen. Het is belangrijk dat de aanvrager van het microkrediet dan vervolgens laat zien dat hij iets kan of een goed idee heeft. Bijvoorbeeld om een taxibedrijf of een kledingbedrijf te beginnen of daar in te investeren. Zo kan je een goede inschatting maken of iemand binnen een bepaalde tijd het bedrag kan terugbetalen.”

Maar is een microkrediet dan niet alleen armoedebestrijding?
“Daar kan ik mij wel in vinden, ja. Het effect dat microkrediet bijdraagt aan de ontwikkeling van werkgelegenheid kan ook alleen maar optreden als er iets van een lokale economie is. Dan zal iemand zeggen: ‘Ik koop er een taxi of een naaimachine bij, ik probeer me door te ontwikkelingen en ik laat iemand voor mij werken.’ Je moet je voorstellen dat het heel lang duurt voordat iemand met een eigen bedrijf aandurft om iemand in dienst te nemen. Of als dat al gebeurt dan op los-vaste basis of als ZZP’er. Dat wordt natuurlijk niet gerekend als werkgelegenheid.”

Als er geen gelijk economisch speelveld is, is het dan niet erg moeilijk om een juiste vergelijking te trekken over bijvoorbeeld het effect voor de werkgelegenheid?
“Deze vergelijking vind ik onjuist. Je kan wel uitspraken doen over werkgelegenheid als je volwassen economieën met elkaar vergelijkt. Als onze overheid bijvoorbeeld investeert in studentensteden in de hoop dat er werkgelegenheid ontstaat, dan is het terecht om de invloed van deze investeringen in verschillende steden te vergelijken. Maar de invloed van een microkrediet kan je moeilijk koppelen aan de werkgelegenheid in een land.”

Wat mogen we dan wel verwachten van microkredieten?
“Eigenlijk mogen we maar één ding verwachten. Microkrediet kan alleen maar werken als de mensen die het krediet opnemen al volledig onderdeel zijn van een gemeenschap waar al gehandeld wordt tussen mensen. Een microkrediet kan daar dan bij aansluiten.”

Maar veel mensen krijgen geen geld van banken omdat de rente te weinig oplevert of omdat de financiële sector zwak is. Hoe los je dat op dan?
“Zelf ben ik een groot voorstander van microkredieten die worden gegeven door coöperatieve banken, unies of andere met de lokale bevolking verbonden organisaties. Zij kunnen beoordelen of er nog plek is voor nóg een bedrijf dat klamboes maakt of zich wil richten op transport. Mensen moeten zelf gaan overzien dat als ze een lening aangaan dat ze het ook daadwerkelijk kunnen waarmaken. Microkrediet moet vervolgens zorgen dat mensen met elkaar verbonden raken en gaan overzien welke schuld je samen met de gemeenschap aankan. Alleen maar geld uitgeven is zelfs gevaarlijk.”

Toch is het uitlenen van een microkrediet veel meer dan alleen het beoordelen van een aanvraag en daar wel of niet in investeren, volgens professor Van Dijk. Het traject daarna is misschien nog wel belangrijker. Mensen moeten leren om te gaan met het geld binnen de eigen gemeenschap, zegt hij als ervaringsdeskundige.

Wat kunnen microkredietfinanciers verwachten als ze geld uitlenen?
“Het is voordelig als een bank, ngo of filantroop zorgt voor de financiering van project. Daarbij zijn er denk ik drie uitgangspunten. Ten eerste dat je het blij moet zijn als je het geld terug krijgt zonder een hoge rente te verwachten, want deze mensen zijn arm. Daarnaast moet je het geld vooral laten aansluiten bij de behoeften, dus je moet weten wat er mee gebeurt. Is er al handel in het gebied bijvoorbeeld? Zo niet, dan heeft het bijvoorbeeld weinig zin om een transportbedrijf op te richten. Als laatste is het belangrijk om mensen uit de omgeving mee te laten beslissen waaraan het geld wordt gegeven en waaraan niet.”

Waarom is dat belangrijk?
“Door de verantwoordelijkheid te delen, voelt iedereen zich verantwoordelijk voor het geld dat een dorp binnenkomt. Ik heb bijvoorbeeld zelf een simulatiespel ontwikkeld waarbij mensen over fictief geld bepaalde keuzes moeten maken. Ze zien dan dat ze met de fouten keuzes in de problemen komen en de schuld te hoog wordt. Vervolgens laat je die mensen met elkaar discussiëren over de verschillende oplossingen en problemen. Hiermee hoop je de mensen bewuster te maken van de impact van geld. Veel mensen die in de microkrediet gaan zoals banken of ngo’s hebben dat niet door.”

Heeft microkrediet wel zin als andere problemen zoals instabiele instituties, een slechte financiële sector en corruptie er nog steeds aanwezig zijn?
“Ik heb zelf regelmatig met corruptie te maken gehad. Dat is een groot probleem. Je stelt geld ter beschikking en vervolgens eigent iemand zich dat toe. Of dat je vertrekt en dat je verplicht wordt om te blijven om meer geld te geven. Een gedeelde verantwoordelijkheid is daarom belangrijk. 

Hoe gaat dat dan? Want, met alle respect, kunnen deze mensen dit wel?
“Ik kom tot de conclusie dat het heel lang duurt voordat je je realiseert dat je wederkerigheid nodig hebt. Je komt bijvoorbeeld in Afrika en mensen zijn heel vrolijk en enthousiast en je besluit om er in te stappen. Maar er dan uiteindelijk uit gaan is heel erg moeilijk, want je hebt de bevolking afhankelijk van jou gemaakt.

Er wordt veel te makkelijk gedaan over de impact van microkrediet. De ontvangers moeten iets aan jou hebben en er moet een verbinding ontstaan tussen degene die geld geeft en ontvangt en tenslotte ook tussen de ontvangers zelf. Alleen dan kun je die mensen helpen. Je moet vragen wie er iets kan doen en diegene vervolgens helpen zodat de rest er van profiteert. Het is dus belangrijk om de vraag te stellen: Wat gaat er met een mircokrediet gebeuren?”

Meer weten over het microfinancieringsprogramma via Wakibi en Kiva? Over de sociale meerwaarde keurmerken voor lokale microfinancieringsinstellingen leest u hier meer.

Professor Van Dijk is naast de Universiteit Nyenrode verbonden aan de business school TIAS in Tilrburg. Daarnaast heeft hij samen met ‘Kucheza’ (is Swahili voor spel) een spel ontwikkeld waarin mensen spelenderwijs leren hoe lid te zijn van een coöperatie. In 2012 schreef Van Dijk dit rapport: Microfinanciering in ontwikkelingslanden: laat mensen bouwen aan hun eigen bestaan.


Redactie Wakibi 2016 - door Martijn Schenk
pers@wakibi.nl