Inside Indonesia deel 3: Op zoek naar ecologische gerechtigheid voor vrouwen

Door Redactie Wakibi op 20-5-2016

Impact van microkrediet

Over Wakibi

Tijdens de Internationale Vrouwendag Indonesië in 2012 riepen vier vooraanstaande vrouwen die de meest toonaangevende NGO’s, (‘Niet Gouvernementele Organisaties’) vertegenwoordigen op het gebied van milieu en landbouw, andere vrouwen in het hele eilandenrijk op om zich te verenigen.

 

Dit artikel is afkomstig van Inside Indonesia en de tekst met toestemming vertaald door Hansjelle Dijkstra, redactie Wakibi. Het originele artikel (in het Engels) is hier te lezen op de website van InsideIndonesia.org.

Tijdens de Internationale Vrouwendag Indonesië in 2012 riepen vier vooraanstaande vrouwen die de meest toonaangevende NGO’s, (‘Niet Gouvernementele Organisaties’) vertegenwoordigen op het gebied van milieu en landbouw, andere vrouwen in het hele eilandenrijk op om zich te verenigen. En om een rechtvaardiger, eerlijker en duurzamer orde op te eisen. In een gezamenlijke verklaring van WALHI (het Indonesische Forum voor het Milieu) de Indonesische Boeren Federatie (SPI), de Indonesische Groene Unie (SHI), en de People’s Coalition voor Rechtvaardige Visserij (KIARA), voerden ze gezamenlijk aan dat, omdat vrouwen de dupe zijn van milieuproblemen, vrouwen dus ook de leiding dienen te nemen om die vraagstukken op te lossen. 

Omdat NGO’s van vrouwen soms de neiging hebben om zich te concentreren op onderwerpen als gezondheid, economische machtsontwikkeling en huiselijk geweld, geeft deze verklaring blijk van een nieuwe poging om vrouwen te koppelen aan plannen op het gebied van milieu en sociale gerechtigheid. Deze nieuwe alliantie is geïnspireerd door de radicale waarden van eco-fenimisme, die ervan uitgaan dat de exploitatie van vrouwen en het milieu onlosmakelijk verbonden zijn aan het kapitalistische economische system. Maar tegelijkertijd is dit nog maar één aspect van de om voorrang strijdende agenda’s die in Indonesië allemaal worden nagestreefd, met de bedoeling om vrouwen op uiteenlopende manieren met het milieu te verbinden. 


Vrouwen en de milieucrises


In de gezamenlijke verklaring van WALHI, SHI en KIARA weerklinken opeenvolgende rapporten die weergeven hoe vrouwen onevenredig getroffen zijn door recente natuurrampen. Zoals de Tsunami in de Indische Oceaan van 2004, de aardbeving op Java in 2006, de uitbraak van de Merapi, en de aardbeving op West-Sumatra, die allebei plaatsvonden in 2010. Naast deze grote en wijdverspreide bekende rampen, hebben vrouwen met een klein inkomen ook te kampen met de gevolgen van de klimaatverandering. En bovendien met onvoorspelbare weersinvloeden, zoals droogte en overstromingen.

Iedereen is het er over eens dat vrouwen met een laag inkomen extra kwetsbaar zijn voor dergelijke gebeurtenissen, wat een gevolg is van hun plaats in het gezin en van een grote afhankelijkheid van natuurlijke hulpbronnen. In de meeste delen van het platteland van Indonesië zijn vrouwen verantwoordelijk voor de aanvoer van water, het verzamelen van brandhout, de zorg voor veevoer en voor andere agrarische activiteiten. De gevolgen van natuurrampen en de aantasting van het milieu maken deze activiteiten extra zwaar, zo niet onmogelijk. Onlangs, tijdens een ongebruikelijk lange periode van droogte, moesten vrouwen in de provincie Lampung enorme afstanden lopen om water op te halen uit een boorgat dat eigendom was van een rijke familie in het dorp, omdat hun gebruikelijke watervoorziening was opgedroogd.

Evenmin blijven vrouwen met een laag inkomen in stedelijke gebieden de gevolgen van natuurrampen bespaard. In kuststeden, zoals in Semarang, zijn vrouwen die werkzaam zijn in de huishouding van anderen ook verantwoordelijk voor de zeer zware taak om de troep op te ruimen als overstromingen en getijdenschommelingen de huizen en bewoners overspoeld hebben.


Vrouwen betrekken bij milieumanagement


Het gebruikmaken van het milieu door vrouwen wil niet zeggen dat ze ook beslissingsbevoegd zijn.

Sommige activisten betogen dat het vooral vrouwen zijn die de aantasting van het milieu en rampen ondergaan, en dat vrouwen dus meer bevoegdheid zouden moeten krijgen waar het gaat om maatregelen op het gebied van milieubeheer. Voorstanders van dit uitgangspunt voeren verder aan dat het belangrijk is om stappen te nemen die leiden tot ‘gender mainstreaming’, het toekennen van gelijke macht aan vrouwen, en tot een duurzaam milieubeheer. 

* (Vertaler: volgens de Group of Specialists on Mainstreaming (EG-S-MS) van de Raad van Europa bestaat gender mainstreaming uit: "het (re)organiseren, verbeteren, ontwikkelen en evalueren van beleidsprocessen op zo'n manier dat het perspectief van gendergelijkheid wordt geïntegreerd in alle beleidsdomeinen en op alle beleidsniveaus door de actoren die normaal dat beleid maken.").

Erkenning van de prominente rol van vrouwen bij het gebruik van water voor huishoudelijk gebruik, en vooral bij afvalverwerking, zijn speerpunten in de samenleving, die het belang van vrouwen onderstrepen. Maar in deze sectoren worden nog steeds fouten gemaakt. Een recent project van openbare werken in Oost-Java installeerde watervoorraadtanks op grote afstand van het dorp. Dit had tot gevolg dat vrouwen niet in staat waren om het water zelf naar hun huizen te dragen. En dat ze motortaxi’s (ojeks) moesten betalen om hen te helpen. In dit geval was het niet alleen zo dat de stemmen van vrouwen die vroegen om toegang tot water niet werden gehoord. Het was ook een onderstreping van de situatie dat die vrouwen afhankelijk zijn van mannen.

Het is zeker zo dat de inbreng van vrouwen als het gaat om milieubeheer ingewikkeld is. Vrouwen beschikken vaak niet over de macht om belangrijke beslissingen te nemen over de middelen die ze gebruiken. Dit verklaart enigszins het wijd verspreide gebrek aan betrokkenheid van vrouwen met een laag inkomen bij onderwerpen op het terrein van milieubeheer op het platteland. Pogingen om de macht van vrouwen te versterken bij projecten op het gebied van natuurlijke hulpbronnen worden ook verder bemoeilijkt doordat vrouwen met een laag inkomen over te weinig tijd beschikken om vergaderingen bij te wonen, of om deel te nemen aan collectieve werktaken. Conservatieve sociale waarden bemoeilijken het om van zich te laten horen in openbare fora. Het gevolg is dat deze vrouwen er vaak de voorkeur aan geven om hun belangen over te laten aan beter opgeleide vrouwen uit de steden om voor hen op te komen.


Het individualiseren van verantwoordelijkheid


Een benadering om de controle van vrouwen over natuurlijke hulpbronnen te vergroten is om hen op persoonlijke titel grond toe te wijzen, uitgaande van de veronderstelling dat geformaliseerde zeggenschap over grond vrouwen meer onderhandelingsmacht toekent binnen het huishouden en de gemeenschap. Dit opent ook de toegang voor vrouwen tot krediet en tot andere vormen van overheidssteun, wat vaak een voorwaarde is voor zeggenschap over activa. 

Hoewel Indonesische wetten vrouwen gelijke kansen toekennen om land te bezitten, is het in de praktijk zo dat regelingen die betrekking hebben op het in eigendom krijgen van grond de neiging hebben om bevoegdheden toe te kennen op naam van het hoofd van een gezin, meestal de man. 

Met het plan van de Wereldbank om grondbezit na de Tsunami in Atjeh toe te kennen aan huishoudens heeft de organisatie getracht dit probleem aan te pakken, door het verhogen van het bewustzijn van gemeenschappen over het recht van vrouwen op grondbezit. Ook werden medewerkers van de National Land Agency (BPN) getraind die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van dit plan. 

De Wereldbank stelt dat ongeveer 28 procent van de registraties door de Reconstruction of Aceh Land Administration System (RALAS) zijn uitgegeven aan vrouwen. Hetzij individueel, hetzij samen met hun echtgenoten. Er werd op gewezen dat het veiligstellen van landrechten van vrouwen belangrijk is voor de kwetsbaarheid van vrouwen, en essentieel voor de wederopbouw van duurzame gemeenschappen. De organisatie vestigde aandacht op dit project als een goed voorbeeld van de aanpak van genderproblematiek bij het bestrijden van de gevolgen van rampen.

Pogingen om milieubescherming te bereiken door middel van individueel geformaliseerd landbezit weerspiegelen een neoliberale aanpak van het individualiseren van de verantwoordelijkheid voor een ecologische duurzame ontwikkeling. Het succes van deze benadering hangt af van het milieuvriendelijke gedrag van de betrokkenen. 

Het is geen toeval dat een groot deel van het jaarverslag van de Wereldbank van 2009 met de titel ‘Investeren in een Duurzamer Indonesië’ gewijd is aan een discussie over de publieke houding ten opzichte van het milieu. Volgens statistieken die in het rapport werden gepresenteerd waren er op dat moment slechts weinig Indonesiërs met zowel politieke betrokkenheid, als persoonlijke inzet, waar het ging over bescherming of het behoud van het milieu. Het rapport onderstreept het belang van het bevorderen van een groter publiek bewustzijn over de verbanden tussen individueel gedrag en de aantasting van het milieu. Vrouwen worden gezien als een hoeksteen als het gaat om milieugedrag, in het bijzonder vanwege hun rol in het huishouden: het beschermen van water en biodiversiteit, het minimaliseren van huishoudelijk afval, en als verzorgers en opvoeders van kinderen.


Vrouwen en onteigening

 

 Allochtone vrouwen in Lampung zitten gevangen in grondconflicten tussen de lokale bevolking en plantages.  
Maar dergelijke initiatieven erkennen niet dat de meest ernstige milieuproblemen waar vrouwen mee te maken hebben voortkomen uit de betrokkenheid die Indonesië heeft met de niets ontziende economische ontwikkelingen. Veel van de uitdagingen die in verband staan met de natuurlijke hulpbronnen van het land laten een tegenstelling zien tussen milieubescherming en het streven naar economische groei, die direct verband houdt met de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen.

Ondanks de politieke veranderingen, na het vertrek van Suharto in 1998, worden natuurlijke hulpbronnen nog steeds door elites geëxploiteerd voor zowel persoonlijk- als voor politiek gewin. Het corrupte Indonesische milieubeheer ondermijnt niet alleen pogingen om ecologische duurzaamheid te bereiken, maar heeft ook catastrofale gevolgen voor vrouwen –en voor mannen- in gemeenschappen die afhankelijk zijn van hulpbronnen.

Volgens SPI, de boerenfederatie, werden in 2011 bijna 274.000 gezinnen verdreven van het land waarop zij landbouw uitoefenden. NGO’s wijzen erop dat deze recente onteigeningen in verband staan met de macht van de lokale overheid die concessies doet aan plantages, in ruil voor het lucratief delen in de opbrengsten. Veel van dergelijke landonteigeningen zijn volgens de Plantation Law No.18/2004 legaal, die zoals activisten beweren bedrijfsbelangen dient, en die ruimte schept voor intimidatie, gedwongen vertrek en criminalisering van boeren.

Terwijl hele gezinnen door deze gang van zaken worden getroffen, heeft het gebrek aan zeggenschap door vrouwen hen extra bevattelijk gemaakt voor onteigening. Activiteiten die horen bij het levensonderhoud van vrouwen worden vaak als eerste aangetast door de ontwikkeling van megaplantages. Dit belemmert hun mogelijkheden om brandstof, levensmiddelen en veevoer te verzamelen in voorheen beboste gebieden. Sterker nog, de sterke stijging van het aantal Indonesische vrouwen dat emigreert om elders in de wereld aan het werk te kunnen, is voor een deel toe te schrijven aan hun slinkende vooruitzichten in agrarische gebieden, waar grootschalige commerciële landbouw zich snel ontwikkelt.

De marginalisering van vrouwen als gevolg van grondconflicten is ook bijzonder acuut voor allochtone vrouwen op het platteland van Indonesië. In de provincie Lampung bijvoorbeeld, worden geschillen over grond tussen plaatselijke gemeenschappen en een grote migrantenpopulatie verder bemoeilijkt. Veel van hen kochten land van lokale Lampungse mensen, om er later achter te komen dat die grond door de regering al was aangewezen als plantageconcessies. In opgelaaide conflicten in het Mesuji district in Lampung zijn migrantenvrouwen extra kwetsbaar geweest omdat ze geen familienetwerk achter zich hebben staan dat hen kan ondersteunen. 

En ook doordat de gemeenschappen die ze sinds de late jaren ’90 hebben gesticht geen formele erkenning hebben, waardoor ze geen recht hebben op staatssteun. Ze bevinden zich in het centrum van de confrontaties tussen de lokale gemeenschappen en de plantages, als het gaat om toegang tot land. De zeggenschap is overgedragen aan het plantagebedrijf PT Silva Inhutani. Dit is nog maar één van vergelijkbare gevallen, verspreid over heel Indonesië, waar mensen van hun grond zijn verdreven, en waarin de kwetsbaarheid van vrouwen bijzonder zorgelijk is.


De Toekomst


Hoewel iedereen het er over eens is dat vrouwen onevenredig zwaar worden getroffen door rampen en de aantasting van het milieu, bestaat er weinig consensus over hoe deze zorgen aan te pakken. Het proces van de versterking van de stem van vrouwen als het gaat om milieu-initiatieven is ingewikkeld. De ongemakken van de armoede plus de weerstand van conservatieve mannen moeten het opnemen tegen de gewenste en noodzakelijke actieve vrouwenparticipatie. Het is moeilijk om te geloven dat vergroting van de besluitvorming door vrouwen ooit van betekenis zal worden, zolang hun toegang tot productiemiddelen platgewalst blijft worden door naar winstbejag strevende bedrijven, en door de uitbuiting van het milieu met behulp van overheidssteun.

Het verlenen van grondeigendom aan vrouwen om hun positie te versterken is een aantrekkelijk vooruitzicht voor donoren zoals de Wereldbank. Het is een aanpak die past bij het streven van de bank naar vermarkten. En de meetbaarheid ervan ligt in lijn met de uitgangspunten die van toepassing is op gendergelijkheid. Maar het is onwaarschijnlijk dat er een route zal worden uitgezet naar ecologische rechtvaardigheid voor vrouwen. Activisten hebben gesuggereerd dat de bestaande eigendomsrechten juist bijdragen aan de kwetsbaarheid van de armen door hen bloot te stellen aan hebzuchtige kopers van land. Dat is altijd de eerste stap op weg naar het glibberige pad dat leidt naar onteigening. 

Verder zal er voor moeten worden gezorgd dat de inspanningen van donoren die bijdragen aan de gelijkgerechtigheid van man en vrouw, niet zullen leiden tot verzwakking van het bereiken van ecologische rechtvaardigheid. Tegelijkertijd moet de inzet van vrouwen centraal komen te staan bij het mobiliseren van maatregelen tegen milieu-onrechtvaardigheden. De verklaring die is afgegeven door de vrouwelijke, vooraanstaande milieu- en agrarische NGO laat zien dat deze kwesties nu eindelijk eens gaat worden aangepakt. 
 


Auteur Finding ecological justice for women - Inside Indonesia

Rebecca Elmhirst (r.j.elmhirst@brighton.ac.uk) is Principal Lecturer in Human Geography aan de University of Brighton. Twintig jaar lang heeft ze onderwerpen op het gebied van sexegelijkheid en milieuvraagstukken onderzocht. Daarbij werkte ze nauw samen met collega’s van de universiteiten en NGO’s in Lampung. Ze is mede-auteur van het boek Gender and Natural Resource Management in Asia (Earthscan). 


Lees ook Inside Indonesie deel 1: Helemaal alleen

Lees ook Inside Indonesie deel 2: Het uitbannen van extreme armoede en honger

 
Strijd tegen armoede - Geef jij een ondernemer een toekomst? Wakibi is in veel landen actief met het verstrekken van microkredieten aan kleine ondernemers, waaronder ook in Indonesië. Een paar voorbeelden.


De Babi Rahayu Group*

Na het verzorgen van zes varkens heeft de Babi Rahayu Group met succes de lening terugbetaald. Maar ze hebben in die periode weinig verdiend. Dat komt doordat de prijs van varkens laag is en veevoer duur. Maar ze draaiden gelukkig ook geen verlies.
Hoewel ze niet de gewenste winst maakten, willen ze hun bedrijf toch voortzetten, totdat ze voldoende hebben gespaard om zelf bedrijfjes op te starten.

Om hun huidige bedrijf voort te kunnen zetten, en om varkensvoer te kunnen kopen, heeft de Babi Rahayu Group een nieuwe lening nodig om 2 kwaliteitsbiggen te kunnen kopen en varkensvoer. 

Ni Ketut heeft haar leningen gebruikt om zowel biggen als voer te kunnen kopen. Om de kosten van voer te drukken geeft ze de biggen een traditioneel voer dat gemaakt wordt van bananenblad. Ze hoopt dat de prijs van varkens zal gaan stijgen, en dat ze dan een bevredigende winst al kunnen maken.

Meer weten? Via deze link komt u bij het project

De Bersaudara Bu'at Group* 

De Bersaudara Bu'at Group bestaat uit zes leden, onder leiding van Agnes, een 29-jarige vrouw met vier kinderen. Drie ervan gaan naar school. Deze lening helpt de groep om rijst en zout te kopen voor de verkoop.
Agnes, die haar hand opsteekt, is een hardwerkende vrouw, die graag het inkomen van haar man voor het gezin wil aanvullen. Ze verkoopt op meerdere markten groente, tofu en tempé (gefermenteerd sojaproduct). Meestal begint ze om twee uur ’s nachts met haar werk en gaat ze door tot ‘s middags. 
Het inkomen dat ze hiermee verdient is van groot belang voor de levensbehoeften van het gezin. Toch denkt ze erover om ook zout en rijst te gaan verkopen.

Ze is zich ervan bewust dat haar man die groenteboer is onvoldoende verdient. Daarom ging Agnes, samen met 5 andere leden, op zoek naar een lening. Toen ze de mogelijkheid ontdekte dat ze via de TLM groep geld konden lenen, stichtten ze de Bersaudara Bu'at Group, en vroegen ze een lening aan van 12.000.000 IDR (€ 795,-). Ook de andere leden willen hun bedrijfjes graag meer armslag geven. Ze zijn de uitleners erkentelijk voor hun betrokkenheid bij het verbeteren van hun bedrijfjes.

Meer weten? Via deze link komt u bij het project

Tri

Dag gelduitleners! Dit is Tri, een van de agenten van Ruma. Tri woont in Klaten, een van de regentschappen in Midden Java, dat op tien uur reizen van Jakarta, de hoofdstad van Indonesië ligt. Ze heeft een man en drie kinderen. Ze verkoopt kleine consumentenproducten en tegoeden voor mobiele telefoons. 

Tri besloot om zich aan te sluiten bij Ruma om het inkomen van haar man aan te vullen. En ook om een bijdrage te leveren aan de gemeenschap waarin ze woont. Omdat haar afzet groeit hoopt ze werkkapitaal te kunnen lenen van Kiva. Ze zal de lening gebruiken om meer mobiele telefoon tegoeden aan te schaffen voor haar gemeenschap. 

Tri dankt de uitleners bijvoorbaat voor de steun. Meer weten? Via deze link komt u bij het project

De Sejahtera Karangsiri Group*

Lenny, (die haar hand opsteekt), is een alleenstaande vrouw van 40. Om zichzelf en haar ouders te ondersteunen, heeft ze een handeltje waarmee ze gebak, gele rijst (gemaakt met behulp van kurkuma en kokosmelk) verkoopt, samen met omelet, gebakken noedels, gebakken tempé (gefermenteerd sojaproduct), en tofu. Ook verkoopt ze ijsjes en gebakken maïs bij een school bij haar in de buurt.

Ze werkt van maandag tot zaterdag en heeft 100.000 tot 150.000 IDR per dag nodig voor haar inkopen. Haar bedrijfje kan haar per dag 200.000 IDR opleveren. Ze gebruikt haar inkomen ook om haar zus te steunen die nog naar school gaat. Om haar inkomen te verbeteren verkoopt ze ook prepay telefoonkaarten.

Ze heeft nu aanvullend kapitaal nodig om een extra zak rijst, meel en andere grondstoffen aan te schaffen om beter zaken te kunnen doen. Een buurman stimuleerde haar om lid te worden van de Sejahtera Karangsiri Group. Samen met de andere leden heeft ze een lening aangevraagd van 13.500.000 IDR (€ 895,-) bij TLM, een lokale verldpartner. Ze beloven dat ze de lening verstandig zullen gebruiken en op tijd zullen terugbetalen.

Meer weten? Via deze link komt u bij het project


* Dit zijn groepsprojecten
In een groepsproject krijgt ieder lid van de groep een individuele lening, maar maakt onderdeel uit van een groep individuen. De groep is er om ondersteuning te bieden aan de leden en zorgt voor een systeem van sociale controle bij het terugbetalen van de leningen. Groepen kunnen wel of niet formeel gebonden zijn door een groepsgarantie. Indien er sprake is van een groepsgarantie, zijn de leden van de groep gezamenlijk verantwoordelijk voor de terugbetalingen van hun mede groepsleden indien deze te laat of niet terugbetalen. Veldpartners beschrijven vaak specifiek één lener uit de groep. De beschrijving van het project, de sector en andere kenmerken van het profiel van het groepsproject worden ontleend aan die ene specifieke lener. De overige leden van de groep zijn niet verplicht hun lening voor hetzelfde doel te gebruiken.

Met een lening lossen we niet alle problemen op.
Maar er wordt wèl een stap gezet.


De ondernemende leners waarmee u nu kennis heeft gemaakt, spelen een actieve rol in hun gemeenschap. Als hun leendoel is bereikt, zullen ze beter in staat zijn om met hun bedrijfjes (meer) geld te verdienen en zich te onttrekken aan de armoede. Ze hebben een voorbeeldfunctie in de locale samenleving, en zullen mogelijk anderen inspireren om hun voorbeeld te volgen: het nemen van initiatieven om door middel van ondernemerschap hun leefsituatie te verbeteren.

Wakibi

Wakibi is een platform waar leners en Nederlandse uitleners op eenvoudige wijze bij elkaar worden gebracht. Als onderdeel van een keten is elke schakel van belang. Centrale rol in de keten is het Amerikaanse Kiva. Wakibi betrekt haar leningen van Kiva en stemt deze af op Nederlandse doelgroepen.
Kiva maakt onder andere gebruik van zogenaamde ‘fellows’; vrijwilligers die hun inzichten, ervaringen, foto's en verhalen uit de praktijk met ons delen. Via deze verhalen en beelden wordt duidelijk wat er speelt in verschillende gemeenschappen. Op onze website brengen we telkens een land, gebied, sector of een specifieke doelgroep onder de aandacht. Lees voor meer informatie onze eerder gepubliceerde artikelen.


Redactie Wakibi 2016 - vertaling: Hansjelle Dijkstra
pers@wakibi.nl